De melkveehouderij in Nederland zet voortdurend stappen in verduurzaming. Optimale benutting van eiwit van eigen land is zo’n stap. Want meer eiwit van eigen land draagt bij aan een verder sluitende kringloop, minder aanvoer van buiten en daarmee ook minder kosten. Goed voor milieu en de portemonnee.
Koeien hebben eiwitten nodig voor het onderhoud van hun lichaam, de melkproductie en voor een goede stofwisseling. De dieren halen dat uit eigen ruwvoer zoals gras, maar worden vaak ook bijgevoerd met eiwitrijke voeders van buiten het bedrijf zoals bierbostel of soja- en raapzaadschroot dat verwerkt wordt in krachtvoer. In 2025 zou 65% van de eiwitbehoefte van eigen land moeten komen of aangekocht in de regio, binnen een straal van 20 kilometer. Maar hoe kun je als melkveehouder het eiwit van eigen land efficiënt telen en optimaal benutten?
Optimaliseren begint met zien waar je nu staat én concrete handvatten om een betere benutting en een hogere productie van eiwit op het eigen bedrijf rerealiseren. Via het Kennis op Maat-project ‘Eiwit van eigen land’ toetsten Wageningen Livestock Research, PPP-Agro Advies en Aeres een laagdrempelige tool die melkveehouders ondersteunt bij het nemen van beslissingen in het management om het aandeel gevoerd eiwit van eigen land te verhogen.
GrasBert Philipsen van Wageningen Livestock Research begeleidt het project. “Eiwit van eigen land is een kengetal in de melkveehouderij dat steeds belangrijker wordt. Het betekent dat het eiwit dat je zelf teelt het belangrijkste onderdeel van het rantsoen is voor je dieren. Gras is op de meeste bedrijven de grootste eiwitbron. Door dit beter te benutten, hebben veehouders meer controle over hun voerkosten en hun klimaatimpact. Zo worden veehouders meer zelfvoorzienend en minder afhankelijk van de inkoop van eiwitrijke grondstoffen.”
ToolDe tool bestaat uit een spindiagram waarin de melkveehouder kan zien hoe hij scoort op factoren die van invloed zijn op eiwit van eigen land. Door een aantal variabelen in te vullen zoals de hoeveelheid grasland op het bedrijf of het percentage vers gras in het rantsoen van de dieren, ziet hij in één oogopslag waar de kansen op verbetering voor zijn bedrijf liggen.
De tool is door docenten en studenten van Aeres bij melkveehouders getest om te checken of zij ermee uit de voeten kunnen. Philipsen: “De melkveehouders zijn enthousiast. Ze zien via deze tool niet alleen op welke factoren ze achterblijven ten opzichte van vergelijkbare bedrijven, maar krijgen ook praktische handvatten aangereikt, direct toepasbare maatregelen en tactische/strategische maatregelen die meer tijd vragen, waarmee ze zelf aan de slag kunnen.”
OnderwijsmateriaalDaarnaast is geïnventariseerd wat voor onderwijsmateriaal er beschikbaar is over de productie en benutting van eiwit van eigen land en aan welk materiaal voor zowel onderwijs als melkveehouders nog behoefte is. Elis Ankersmit is docent-onderzoeker bij de Aeres Hogeschool in Dronten en verbonden aan het lectoraat Grasland en Beweiding. “We hebben de bestaande kennis verzameld en – waar nodig – verbeterd en aangevuld om te kunnen dienen als onderwijsmateriaal. Al deze informatie is vanaf november 2022 samen met de tool gratis beschikbaar via het Groen Kennisnet. Docenten kunnen hier informatie uithalen voor hun lessen, voor mbo en hbo. Maar ook melkveehouders die aan de slag willen met eiwit van eigen land kunnen hieruit putten.”
Uitdaging tackelenAeres gebruikt de verzamelde informatie ook in het eigen lesmateriaal. “De doelen zijn duidelijk: in 2018 adviseerde de commissie grondgebondenheid (ingesteld door LTO en NZO) de sector om in 2025 65% van het eiwit in het eigen rantsoen op eigen land te telen of aan te kopen in de regio. Dat is een flinke uitdaging! Onze studenten zijn de ondernemers van de toekomst. Door ze nu goede handvatten te bieden om meer eiwit van eigen land te halen én het beter te benutten, kunnen ze die uitdaging tackelen.”
Het project wordt uitgevoerd door Wageningen Research, PPP-Agro Advies en Stichting Aeres Groep.