FAB+: integratie van natuurlijke plaagbestrijding en doeltreffende diversificatie in plantaardige productiesystemen
De Nederlandse land- en tuinbouw heeft zich ontwikkeld tot één van de meest efficiënte ter wereld; positief voor de concurrentiekracht maar met een grote afhankelijkheid van eindige hulpbronnen. Vanuit de agrarische sector als ook vanuit wet- en regelgeving bestaat daarom grote belangstelling voor alternatieven die het gebruik van chemische gewasbescherming kunnen verminderen.
De interacties tussen biodiversiteit en gewasgezondheid beter in beeld krijgen, en de reeds beschikbare (fundamentele) kennis hierover toepasbaar maken voor de teler zijn hiervoor belangrijke stappen.
Functionele biodiversiteit levert een potentiële bijdrage aan de doorontwikkeling van weerbare teeltsystemen, maar (zorgen over) mogelijke negatieve effecten op gewasgezondheid vormen daarvoor een belangrijke drempel.
- Meer verbinding tussen landbouw en natuur, in een transitie naar minder afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen door grip op biodiversiteit; - Meer grip op ziekten en plagen (kennen van relaties en deze beïnvloeden) via verhoogde systeemweerbaarheid van het gewas, als bijdrage aan continuïteit in teelt en inkomen; - Meer biodiversiteit en een aantrekkelijker landschap; - Tegemoetkoming aan de maatschappelijke vraag naar verduurzaming / vergroening van plantaardige productiesystemen.
De uiterst efficiënte Nederlandse land- en tuinbouw paart een sterke concurrentiekracht aan een grote afhankelijkheid van eindige hulpbronnen als kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen (GBM). In maatschappij en agrarische sector groeit het besef dat biodiversiteit belangrijk is en bestaat grote interesse in alternatieven voor het gebruik van chemische GBM. Het gebruik van functionele agrobiodiversiteit (FAB) is een maatregel die de inzet van GBM kan helpen verminderen. Grip op deze complexe materie is daarom gewenst.
WP2 – toolontwikkeling: - O.b.v. een eerste concept (2019) is een tweede concept FAB-tool gedefinieerd als een raamwerk om de tool (uit) te bouwen; waar mogelijk is bestaande kennis bijeen gebracht en zijn verbanden gedefinieerd
WP3 – FAB-stroken in lelie: - Inzicht in effecten van FAB-stroken op de virusoverdracht in lelie uit 1e jaar - De in 2019 ingerichte proef is in het 2e jaar door weersomstandigheden afgebroken; - Go/no go: in 2021-2022 wordt het werk doorgezet na herontwerp van de proef
WP4 – bankierplanten met monofage bladluizen als katalysator voor de predatorpopulatie en inbedding in het teeltsysteem: - Inzicht in de bijdrage van bankierplanten aan reductie van bietenvergelingsvirus - Validatie plaagstatus van overige insectenplagen in suikerbieten i.r.t. inpassingsmogelijkheden van een bankierplantenstrategie in suikerbieten - Go/no go: in 2021-2022 wordt het werk doorgezet conform planning
WP5 – verstevigen spilfunctie oorwormen tegen sleutelplagen in fruitteelt: - Inzicht in bodemparameters die de overleving en het voortplantingssucces van oorwormen beïnvloeden
WP6 – praktische implementatie FAB en zwaluwstaarten met GLB-doelstellingen: - Masterclass FAB i.s.m. ANV Hollands Noorden; werving telers om met FAB aan de slag te gaan - Aanleg FAB-randen in uienpercelen om effecten van akkerranden in uienteelt vast te stellen; aanleg FAB-randen in aardappelpercelen om effectiviteit te valideren