Sharp (sustainable diets)
SHARP-BASIC ontwikkelt de wetenschappelijke onderbouwing voor beleidsadvies over duurzame(re) en gezonde voeding voor consumenten in Europa. SHARP refereert aan (ecologisch) duurzaam (Sustainable), (voedingskundig) gezond (Healthy), en voor consumenten Betaalbaar (Affordable), Betrouwbaar (Reliable) en Aantrekkelijk (Preferable). De twee hoekstenen van het project zijn: PPS-eindrapportage Over de PPS’en die afgerond zijn dient een inhoudelijke en financiële eindrapportage te worden opgesteld. Voor de financiële rapportage dient een totaaloverzicht van de projectkosten van de realisatie en de financiering te worden gegeven. Hier is een apart format voor beschikbaar. De eindrapportages worden integraal gepubliceerd op de websites van de TKI’s/ topsector. Zorg er s.v.p. voor dat er geen vertrouwelijke informatie in de rapportage staat. De PPS-eindrapportages dienen voor 1 maart 2020 te worden aangeleverd bij de TKI’s via info@tkitu.nl of info@tki-agrifood.nl. Voor Wageningen Research loopt de aanlevering via een centraal punt.• Betrouwbare gegevens over indicatoren van ecologische duurzaamheid en gezondheid van de voedingsgewoonten van EUburgers, en • de ontwikkeling van methoden voor het modelleren van synergiën en trade-offs tussen de SHARP-dimensies van het voedselpatroon. Het vier jaar durende project resulteert in verschillende wetenschappelijke artikelen, twee proefschriften en een database over duurzaamheidsindicatoren. Het project sluit nauw aan bij de kennis en expertise binnen het SUSFANS-project (H2020; http://www.susfans.eu/)
De transitie naar een duurzame(re) voedselproductie en tegelijkertijd gezonde consumptie heeft implicaties voor het voedselpakket van de consument. De meeste modellen inzake de voedseltransitie maken gebruik van geaggregeerde data van voedselaanbod en duurzaamheidsindicatoren per hoofd van de bevolking, gebaseerd op FAO-databases van een twintigtal voedselgroepen. Hierdoor is het niet goed mogelijk de implicaties van de transitie voor het veel uitgebreider dagelijks voedselpakket en de voedingskwaliteit van Europese burgers te evalueren; ook blijven hierbij de gevolgen voor verschillende subgroepen (naar leeftijd, geslacht, opleiding) buiten beschouwing. Het SHARP-project brengt de analyses van huidige en mogelijke toekomstige voedingspatronen in kaart op basis van hoogwaardige gegevens over voedselconsumptie van ruim 8000 personen uit 4 EUlanden met uiteenlopende voedingspatronen (Denemarken, Tsjechië, Italië, Frankrijk). De voedingspatronen worden vergeleken op basis van food-based dietary guidelines, nutriënt-inname en duurzaamheidsindicatoren. Toekomstige gezonder en duurzamer voedingspatronen worden geanalyseerd met geavanceerde datamodellen; hierbij wordt nadrukkelijk gestreefd naar een wijze van modelleren die nauw aansluit bij wat voor consumenten acceptabel is.
Het project laat de heterogeniteit zien van Europese voedselpatronen, voor 4 verschillende landen, naar leeftijd, geslacht en opleiding. Deze heterogeniteit wordt beschreven in termen van voedingsmiddelen, voedingskundige kwaliteit en duurzaamheid van de productie. Vervolgens worden gezonder en duurzamer patronen samengesteld door modelleringstechnieken. Het realiteitsgehalte hiervan wordt bewaakt door aan te sluiten bij de huidige dag- en maaltijdpatronen van consumenten. Om dit te realiseren is een database ontwikkeld met duurzaamheidsindicatoren van voedsel; deze sluit aan bij de EFSA-classificatie van voedingsmiddelen, waardoor deze op Europees niveau bruikbaar is. Het onderzoek zal resulteren in tenminste 8 wetenschappelijke artikelen en 2 proefschriften. Inzicht in een brede range van huidige en geoptimaliseerde voedingspatronen verdiept het debat over de voedseltransitie van het niveau van ‘per capita productie’ naar ‘individuele consumptie’ in subgroepen van de bevolking. Hierdoor kan de wenselijke consumptie worden vertaald naar de benodigde productie, terwijl veranderingen in productie kunnen worden geëvalueerd op gezondheid van de voeding en ecologische footprint. Samenloop en tegenstellingen tussen gezonde en duurzame voedingspatronen worden hierdoor inzichtelijk. De levensmiddelenindustrie kan hierop inspelen door kennis en keuzes in de productieketen, duurzame technologie en herformulering. Beleidsmakers kunnen dit vertalen naar maatregelen voor de levensmiddelenindustrie, de preventieve sector en consumentengedrag.