Schelpdieren. Ze passen prima in een gezond en duurzaam dieet. Het Kennis-op-Maatproject ‘Schelpdieren, duurzaam en gezond’ heeft voor de schelpdierkwekerijsector de wetenschappelijke onderbouwing van de stelling geleverd en vertaald in begrijpelijke teksten. Het resultaat: meer draagvlak bij overheid en ngo’s en klinkende argumenten om ook de consument te overtuigen vaker schelpdieren te eten.
“Waar zien we onszelf staan in 2030?”, vertelt Wouter van Zandbrink, voorzitter van de Vereniging Schelpdierhandel: “We zien, samen met de producenten, grote kansen voor onze sector. Zo kunnen we een mooie bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Tegelijkertijd zagen we bedreigingen: jonge consumenten hebben minder affiniteit met schelpdieren en wet- en regelgeving perkt kweek van schelpdieren in de huidige productiegebieden steeds verder in.”
Om een goede visie op de toekomst te maken besloten de schelpdierkwekers en -handelaren de wetenschap erbij te betrekken: Van Zandbrink: “Er staat nogal wat op het spel. We hebben een prachtige sector en we moeten de juiste argumenten hebben om deze te behouden.”
Seinen op groenIn het project werden de resultaten van verschillende onderzoeken op het gebied van schelpdieren op een rijtje gezet. Van Zandbrink: “De conclusies bevestigden ons gevoel: onze producten passen prima in het dieet van de toekomst. Schelpdieren bevatten veel omega-3-vetzuren en zijn eiwitrijk. Ook op duurzaamheid scoren we goed: schelpdieren binden CO2 bij de vorming van de schelpen en ze zetten heel efficiënt plantaardig plankton om in dierlijk eiwit. Daarnaast scoren we ook nog eens goed op biodiversiteit. Onze kweekvelden trekken veel dieren aan en zijn ware biodiversiteitshotspots. Nu het vangen van mosselzaad van banken in het wild steeds meer tot de verleden tijd gaat behoren, staan alle seinen op groen voor een mooie toekomst.”
Nieuwe vriendenMet de, naar tien fact sheets vertaalde, wetenschappelijke conclusies is Van Zandbrink de boer opgegaan bij overheden en ngo’s. “Je ziet dan wat een goede onderbouwing van je argumenten doet”, zegt Van Zandbrink: “Met ngo’s als de GoodFish, Stichting Noordzee en het ARK/Wereld Natuur Fonds kunnen we nu prima samenwerken. Beleidsmedewerkers bij ministeries zien nu veel beter hoe wij kunnen helpen bij de invulling van hun beleidsdoelen. En ook de politiek zit nu anders in de wedstrijd.” En dat levert, een jaar na afronding van het project, al concrete resultaten op: “We zijn nu in overleg met de overheid om pilots te starten in de Noordzee. De Noordzee biedt met haar windparken prachtige kansen voor uitbreiding. Twee jaar geleden was deze ontwikkeling nog ondenkbaar.”
Nu de consument nogNu er ruimte lijkt te komen voor een uitbreiding van de productie, wordt de houding van de consument de volgende uitdaging. “Dat vergt nog wel de nodige aandacht, maar ook daar hebben we vertrouwen in. Als de Transitiecoalitie Voedsel ons als enige dierlijke sector uitnodigt voor haar jaarlijkse plantaardige diner voor Tweede Kamerleden uitnodigt, dan moet uiteindelijk de omslag bij de consument ook wel plaats vinden”, lacht Van Zandbrink.
Het project werd uitgevoerd door Wageningen Research in samenwerking met de Nederlandse Oestervereniging, de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur en Stichting Kwaliteitszaken Schelpdieren.